Advies: positief, binnen budget

  • Geadviseerd subsidiebedrag: € 562.800,-
  • Gevraagd subsidiebedrag: € 594.730,-

Samenvatting van de aanvraag

“Architectuur Instituut Rotterdam (AIR) is een middelgrote instelling die een missie met grote ambitie nastreeft. In die tussenmaat kunnen wij de rol van intermediair goed vormgeven. AIR heeft de afgelopen jaren een nationaal toonaangevende positie verworven door in het midden te blijven staan en heeft via het ontwerpgesprek uiteenlopende netwerken aan elkaar weten te verbinden bij het aangaan van complexe opgaven. Wij geloven dat de kracht en inhoud van onze programma’s vanuit het lokale ook internationaal van waarde zijn.

De manier waarop AIR opereert, door wederkerig samen te werken en ons te verbinden met zowel de professional als degene die het aangaat, is uniek in Nederland. De belangrijke opgaven van deze tijd, die nu nog abstract zijn, zullen snel gaan resulteren in complexe ruimtelijke veranderingen op verschillende schaalniveaus. De klimaatopgave, energietransitie, mobiliteitstransitie en de woonopgave werpen bovendien belangrijke vragen over rechtvaardigheid en eigenaarschap van de stad op. Deze ruimtelijke transitie is zo veelomvattend dat er ook sprake is van een culturele opgave. AIR ziet het als zijn missie om zoveel mogelijk mensen mee te nemen in de complexiteit van deze grote ruimtelijke vraagstukken en ze te verbinden aan concrete ontwikkelingen in onze maatschappij en leefomgeving. Meer begrip leidt tot meer draagvlak én tot betere vragen. Zonder draagvlak is elke transitie een strijd en wordt verandering ervaren als iets dat bewoners overkomt, terwijl stadmaken ons leert dat bewoners of buurtinitiatieven ook concreet expertise inbrengen om transities vanuit het lokale perspectief verder te brengen. Daarom werken we aan een cultuur van samen stadmaken. Interconnectiviteit, innovatie en inclusie starten immers bij de conditie van wederkerigheid, waar ruimte is voor dialoog, experiment, diversiteit en complexiteit.

AIR initieert, organiseert en coördineert inhoudelijke activiteitenprogramma’s, waaronder debat- en lezingenreeksen, workshops, expertmeetings, stadlabs, cultuuronderwijs, talentprogramma’s, ontwerpcompetities, conferenties en festivals. Daarnaast organiseert AIR netwerken rond ruimtelijke vraagstukken en draagt AIR bij aan Rotterdams architectuurbeleid. Met onze programmering verbinden we lokale praktijken aan internationale opgaven en netwerken.

Vanuit de jarenlange betrokkenheid bij de stad heeft AIR een breed cultureel platform opgebouwd. De komende periode wil AIR een volgende stap zetten en een stem geven aan bewoners en community’s, over zowel hun leefomgeving als over grootschalige ruimtelijke planvorming. Daarin heeft ontwerp een centrale rol, want dat is waar AIR in gelooft: ontwerp is hét instrument om gesprekken over de stad en ruimtelijke opgaven breed te voeren. Met de ambitie om culturele netwerken en groeperingen positie en eigenaarschap te geven in het ruimtelijke domein en andersom door met professionals in een culturele context de opgaven bespreekbaar te maken, werken we de komende periode onder de noemer: Ruimte voor Cultuur – Culturele Ruimte.

Het team van AIR is compact en wendbaar voor grote evenementen. Met een nieuw HR-model bestendigen we onze netwerkkracht ook in de organisatie. Met nieuwe partnerschappen en fondsenwerving weten we de financieringsmix te vergroten. De codes zien wij als een kompas voor de stevigheid van onze organisatie. Team AIR kijkt ernaar uit de volgende stap te maken met haar toonaangevende programmering, waarmee lokaliteit verbonden wordt aan internationale netwerken en opgaven.”

Artistieke en inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als goed. De aanvraag van Architectuur Instituut Rotterdam (AIR) getuigt van de kennis, kundigheid en competenties die nodig zijn om de artistiek-inhoudelijke ambities op een goed niveau te kunnen realiseren. Dat blijkt bijvoorbeeld uit hoe AIR succesvol bestuurders, bewoners en professionals middels zijn programma’s met elkaar weet te verbinden. Het programma is helder opgebouwd, actueel en daarmee relevant. De jaarlijks honderdvijftig kleine en grote activiteiten zijn van hoogwaardige kwaliteit en de ‘Rotterdam Architectuur Maand’ en het ‘Stadmakerscongres’ zijn professioneel georganiseerd en nationaal toonaangevend.

AIR wil een cultuur van ‘samen stadmaken’ stimuleren en heeft zich tot doel gesteld om niet alleen professionals, maar ook andere bewoners actief te betrekken bij het onderzoeken en bespreken van ruimtelijke stadsopgaven. De commissie is positief over dit streven en leest in het plan een succesvolle implementatie op activiteitenniveau, bijvoorbeeld als het gaat om het betrekken van de skater-community. Het beschouwen van de skaters als experts, vanuit hun gebruikservaring van openbare ruimte, is een kansrijke aanpak om deze groep medeeigenaar te maken van de ruimtelijke ontwikkelingen. Ook andere programma’s als ‘Stad Vol Energie’ en ‘House of the Future’ volgen deze aanpak. AIR overtuigt echter onvoldoende als het gaat om de positie in de ‘haarvaten van de maatschappij’ nu al te claimen en op basis van wederkerigheid ‘plekken van betekenis’ met elkaar te verbinden. De commissie mist een concreet plan dat aantoont hoe het netwerk uitgebreid gaat worden met vernieuwende partners.

AIR blijft met zijn artistiek-inhoudelijke plannen en activiteiten dicht bij de architectuur en het ontwerp, waarmee AIR geloofwaardig opereert. Dat gebeurt bijvoorbeeld door met participatieve design-workshops een stem te geven aan bewoners. AIR’s activiteiten faciliteren doorgaans aan het vak gerelateerde en niet louter maatschappelijke discussies. Actualiteit maakt deel uit van de aanvraag zonder dat het gezocht overkomt. De vanzelfsprekendheid waarmee de aanvraag is geschreven draagt bij aan de authenticiteit. Daarbij plaatst de commissie de kanttekening, dat zij af en toe een nadere uitwerking van de plannen mist. Zo is zij op zich positief over het belang dat AIR toekent aan ‘wederkerigheid’ in samenwerkingen, maar niet duidelijk wordt waar deze wederkerigheid concreet in resulteert.

AIR is vast geworteld in het ecosysteem van architectuur in Rotterdam en de netwerken van de makers. Vanuit deze positie zet AIR Rotterdam als architectuurstad ook internationaal op de kaart, bijvoorbeeld met de ‘Rotterdam Architectuur Maand’.

Waarde voor de stad, de bewoner en de discipline

De commissie beoordeelt de waarde voor de stad, haar bewoners en de discipline als goed. Door de samenwerking met zo’n negentig partners manifesteert AIR zich als een belangrijke netwerkorganisatie in de stad. AIR heeft de ambitie om partnerschappen te bouwen in zowel de institutionele wereld van overheid en onderwijs als in de wereld van connectors, initiatiefnemers en groeperingen ‘in de haarvaten van de stad’. Wat in de aanvraag ontbreekt is een concreet plan. Het ‘Stadmakerscongres’ bijvoorbeeld wordt voor tachtig procent door professionals bezocht en heeft niet het diverse publiek – in de zaal noch op het podium – dat het zou moeten hebben, wil AIR zijn claim van ‘samen bouwen aan de stad’ waar kunnen maken.

AIR’s thematische insteek om klimaatopgave, energietransitie, mobiliteitstransitie en de woonopgave in verbinding te brengen met vraagstukken omtrent rechtvaardigheid en eigenaarschap van de stad, is vernieuwend en vindt de commissie positief. Verder richt de in de aanvraag beschreven innovatie zich voornamelijk op de vernieuwing van de programmamethodieken. Dat suggereert een innovatieve aanpak, die echter niet specifieker wordt omschreven dan ‘op locatie programmeren’, ‘nieuwe media inzetten’, ‘jongeren betrekken’ en ‘programmavormen aanpassen’. Goed zijn de architectuureducatie-programma’s op scholen. Dit wordt binnen het onderwijs nog weinig gedaan.

AIR werkt aan inclusiviteit en diversiteit. In 2023 heeft een externe expert de formats en werkmethodes op de vier P’s geanalyseerd. Desondanks ontbreekt in de aanvraag de toelichting op de resultaten van deze analyse en ook de vertaling naar (nieuwe) methodieken om iets met de resultaten te doen. Een uitzondering vormt de monitoring van het ‘Stadmakerscongres’ op diversiteit en inclusie vanaf 2024. Cijfers over de huidige diversiteit van personeel, Raad van Toezicht en recent publiek ontbreken. Tijdens de ‘Rotterdam Architectuur Maand’ bereikt Air een divers publiek en AIR formuleert als nieuwe ambitie het werken met de doelgroep ‘licht’ in de wijken. Maar deze ambitie wordt niet gerelateerd aan de analyse en lijkt daarmee eerder willekeurig dan strategisch bepaald.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als goed. De commissie is positief over de organisatorische kwaliteit van AIR. AIR probeert de financieringsmix te verbreden, er wordt marktconform betaald, er is met behulp van een externe adviseur gewerkt aan diversiteit en inclusie, er is een visie op de Raad van Toezicht en aandacht voor governance. Ook is er sprake van een transparant HR-beleid met bijvoorbeeld scholingsmogelijkheden voor medewerkers. In de aanvraag ontbreekt een reflectie op de resultaten van de scan op diversiteit en inclusie en de neerslag daarvan in organisatorische veranderingen.

De financiële bedrijfsvoering van AIR is voldoende gezond, al is AIR voor een groot deel aangewezen op subsidies en zijn de eigen inkomsten gering. Daarmee is AIR echter geen uitzondering. De lasten bestaan voor een groot deel uit activiteitenlasten. De beheerslasten zijn relatief laag. De kostenstructuur past bij de activiteiten. De liquiditeitspositie is goed. Het resultaat dat dit betrekkelijke kleine team bereikt is lovenswaardig.

De ambitie om in te zetten op een verbreding van de financieringsmix is goed. AIR realiseert deze ambitie al gedeeltelijk door bij zijn plannen meerdere subsidieverstrekkers te betrekken. Toch neemt de afhankelijkheid van eenmalige subsidies toe in de periode 2025- 2028. Er is dus sprake van cofinanciering, maar daarbij gaat het vooral om financiering uit andere subsidies. In de aanvraag ontbreekt een visie op hoe de eigen inkomsten te verhogen door bijvoorbeeld kaartverkoop of sponsoring.

Geadviseerd bedrag

De commissie adviseert om het subsidieniveau van 2024 te handhaven.