Advies: positief, binnen budget
Samenvatting van de aanvraag
“Buitenplaats Brienenoord: Ruimte voor tijd
Buitenplaats Brienenoord is een repetitieruimte voor de toekomst. Een ruimte voor tijd. Een plek op en voor Rotterdam-Zuid, op het Eiland van Brienenoord, met zicht op de Rotterdamse skyline. Een plek in de natuur waar we met een veelvormig cultureel en educatief programma onderzoek doen naar handvatten voor de toekomst. Verbeelding is hierbij het uitgangspunt, met als onderliggende vraag: “Zijn we in staat om te veranderen?”.
Het zomerkampgebouw van de Arend en de Zeemeeuw stond al sinds 1931 op het eiland van Brienenoord. Decennialang hebben jongeren van Rotterdam hier vrijheid kunnen beleven in de natuur. De Buitenplaats zet deze traditie voort op eigen wijze. Tussen 2017 en 2019 werd het voormalig zomerkampgebouw getransformeerd met vijftig vrijwilligers tot een volledig nieuw ontworpen circulair gebouw. (Architect: SuperUse Studios). Een nieuwe culturele plek, midden in de natuur van Rotterdam.
Deze plek bleek een magneet te zijn voor jonge makers die op zoek zijn naar natuurlijkheid, collectiviteit, tijd en ruimte. In 2021 besloten de initiatiefnemers van Buitenplaats Brienenoord dan ook dat het goed zou zijn voor deze plek en Rotterdam om de Buitenplaats te programmeren en organiseren met een community van makers (in de breedste zin van het woord). Dit is nu de basis van Buitenplaats Brienenoord.
We zijn met meer dan 30 makers hier. Makers met verschillende expertises en sociale en culturele achtergronden. Met elkaar werken we in de periode 2025-2028 langs vier pijlers: gemeenschap & gemeenschapszin, natuurlijkheid, poëtisch activisme en ‘een leven lang leren’. Het zijn voor ons thema’s die zich direct verhouden tot een mogelijke toekomst, waarbij we tijd, rust en ruimte als uitgangspunten nemen om collectief te repeteren aan een houding en mentaliteit voor een betere toekomst.
Langs die pijlers hebben we een waaier aan programma’s voor alle Rotterdammers waarbij talentontwikkeling en educatie de leidraad vormen. We beschouwen iedereen die bij ons binnenkomt en mee wil doen als maker. Kinderen, jongeren, (kunst)studenten en jonge makers hebben onze speciale aandacht. Jonge makers kunnen hier met eigen werk aan de slag, maar ontwikkelen de plek en het programma mee en daarmee zichzelf. Door met elkaar onderzoek te doen, nieuw werk te maken, andere vormen van presentatie te kiezen, waarbij kunst, natuur en sociale interactie samenkomen, creëren zij de inhoud.
Dat doen we verder met verschillende partners, scholen en culturele instellingen, zodat we een sterk sociaal netwerk vormen voor hedendaags en toekomstig handelen.
Hoe geven we een stem aan de natuur, wat is onze persoonlijke omgang met water, hoe leren we van andere eilandgemeenschappen, hoe zien we tijd? Hoe leren we van elkaar en zorgen we voor elkaar? Een korte opsomming van vragen die in vaak in elkaar haken en ruimte en tijd vergen om verbeeldingsrijke en soms ook hele concrete antwoorden op te geven.
Zo is anno 2024 Buitenplaats Brienenoord een culturele herberg die elke dag open is voor meer dan 15.000 wandelaars, publiek, zoekers, denkers en makers. En met de ambitie dat ‘de Buitenplaats’ voor steeds meer Rotterdammers deze ruimte voor tijd wordt.”
Artistieke en inhoudelijke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als voldoende. Buitenplaats Brienenoord is in potentie een ideaal concept voor het Eiland van Brienenoord, waarbij natuur en cultuur samenkomen. De vier pijlers die de organisatie hanteert passen bij de plek, bij de historie ervan en bij de missie. Langs dit raamwerk biedt Buitenplaats Brienenoord sinds (zeer) kort een onderzoekend en interdisciplinair programma waarbij educatie, kunstexperiment en ontmoeting elkaar versterken en in elkaar overvloeien. Buitenplaats Brienenoord is actief op het gebied van cultuureducatie voor kinderen, en op het gebied van talentontwikkeling voor kunstenaars. De manier waarop dat gebeurt, en ook hoe cultuureducatie en talentontwikkeling precies zijn ingericht, wordt te weinig inzichtelijk gemaakt. Wat gebeurt er nou precies met de makers die aanhaken en de kinderen die deelnemen? Hoe zien de cultuureducatieve activiteiten van de dertig betrokken kunstenaars eruit? Buitenplaats Brienenoord zet hen aan het werk voor scholen, zonder aan te geven volgens welke methodiek dat gebeurt, of wie eigenlijk eigenaar van het programma is. De commissie heeft daardoor zorg over de borging en inbedding van kennis.
De pool van betrokken makers is kwalitatief sterk, maar dat zou toeval kunnen zijn, want in het plan ziet de commissie geen open calls, worden geen criteria voor instroom genoemd en wordt niet helemaal helder hoe in- en uitstroom plaatsvinden. Dat losse karakter wil Buitenplaats Brienenoord ook graag uitstralen. Voor een aanvraag ten behoeve van het Cultuurplan dient de kwaliteit echter beschreven en onderbouwd te worden. De commissie kan nu maar moeilijk een inschatting maken van het vakmanschap.
In de korte tijd van het bestaan is Buitenplaats Brienenoord voor veel Rotterdammers al een begrip geworden. Buitenplaats Brienenoord heeft een tijd gezocht naar de goede invulling voor de plek en lijkt die nu gevonden te hebben. De plek is ontdekt door makers: zij kunnen kennismaken tijdens bepaalde programma’s en daarna ‘aankloppen met een concrete onderzoeksvraag’; vervolgens mogen ze ogenschijnlijk zo lang blijven als ze willen. Ook scholen hebben Buitenplaats Brienenoord gevonden: zowel scholen uit het Centrum als uit Zuid nemen deel aan het programma op het eiland. Buitenplaats Brienenoord vraagt scholen om leerlingen verschillende keren per jaar voor een hele dag naar het eiland te sturen. Het is voor scholen een hele uitdaging om zoiets te organiseren. Dat Buitenplaats Brienenoord met dit format scholen naar zich toe heeft weten te lokken is bijzonder, en zegt iets over de aantrekkingskracht van en behoefte aan het programma dat Buitenplaats Brienenoord ontwikkeld heeft. Buitenplaats Brienenoord wil zich de komende jaren meer gaan richten op IJsselmonde en Feijenoord; ze hebben daar al een aantal partners. Hoe wijkgericht de aanpak verder is, valt uit de plannen moeilijk op te maken.
Buitenplaats Brienenoord houdt vast aan de oorsprong van de plek als vakantieplek voor jonge Rotterdammers. De Buitenplaats is duurzaam opgetrokken uit de restanten van twee kampgebouwen waar vroeger jongeren uit de stad vakantie konden komen vieren in de zomer. De verbinding tussen natuur en cultuur is in een stad als Rotterdam broodnodig: de organisatie laat niet na te wijzen op de Nature Deficit Disorder, een tekort aan natuur, die leidt tot angst, depressie en ADHD. De connectie met het nabijgelegen IJsselmonde en Feijenoord biedt kansen voor dat deel van de stad.
De nieuwe programmalijnen zijn te open, en onvoldoende uitgewerkt. De bestaande programma’s en ook de masterclasses bieden wel vertrouwen. Buitenplaats Brienenoord slaagt erin de impact achteraf wel zichtbaar en aannemelijk te maken, maar om die te voorspellen lukt nog niet goed.
Waarde voor de stad, de bewoner en de discipline
De commissie beoordeelt de waarde voor de stad, haar bewoners en de discipline als voldoende. Buitenplaats Brienenoord programmeert alle eigen activiteiten op het eiland. Dit betekent dat de partners waarmee de organisatie samenwerkt naar het eiland toe moeten. Buitenplaats Brienenoord beschikt over een overzichtelijk aantal partners binnen vier domeinen: onderwijs, sociaal/welzijn, cultuur en bedrijfsleven. De commissie krijgt de indruk dat Buitenplaats Brienenoord zorgvuldig met hen omgaat, en goed kijkt naar de meerwaarde en wederkerigheid in de programma’s waarbinnen wordt samengewerkt. Partners worden helder toegelicht: de samenwerkingen met het bedrijfsleven zijn verrassend en interessant.
Onder het kopje Interconnectiviteit gaat Buitenplaats Brienenoord helaas niet dieper in op de internationale partners aan wie ze zich verbinden ten behoeve van het programma ‘Eiland zkt Eiland’: “collectieven op de ABC eilanden, de Kaapverdische eilanden en Waddeneilanden”.
Buitenplaats Brienenoord verwart experiment met innovatie. Niettemin gebeuren er innovatieve dingen op het eiland: het eigen bedrijfsmodel is onderwerp van onderzoek; met grote spelers uit het bedrijfsleven wordt inhoudelijke samenwerking voorbereid op het gebied van duurzaamheid en techniek, er is de ontwikkeling van een Living Lab in samenwerking met de Willem de Kooning Academy. De commissie moet dit echter zelf uit het in een nogal abstracte stijl opgestelde plan vissen, en weinig wordt toegelicht.
Het herstellen van de band tussen natuur en cultuur is eigenlijk het meest innovatief aan het programma van Buitenplaats Brienenoord. Waar in het onderwijs natuur en cultuur veelal als aparte entiteiten worden aangevlogen, is het goed te zien dat ze bij Buitenplaats Brienenoord weer samen komen.
In de aanvraag profileert Buitenplaats Brienenoord zich als een organisatie met een open houding waarin leren van elkaars verschillen de rode draad is. Het streven is dat de gemeenschap een mix is van sociale en culturele achtergronden, (kunst-)inhoudelijke expertise en opleidingsniveau. De huidige samenstelling van de deelnemers lijkt divers en de organisatie onderzoekt manieren om inclusiever te worden. Zo richt ze zich expliciet op LGBTQIA+ publiek, werkt ze samen met Women Connected en zet ze zich in voor intergenerationeel contact. Niettemin lijkt het beleid op het gebied Diversiteit & Inclusie nog in de kinderschoenen te staan. Zo is de beschrijving van het beoogde publiek wel erg breed en algemeen: op wie richten ze zich nou precies? Dat er veel ‘light users’ komen wordt niet aannemelijk gemaakt en op welke manier het programma wijkgericht gemaakt wordt, is (op de partners na) niet toegelicht. Door de bijzondere locatie levert Buitenplaats Brienenoord wel een bijdrage aan de spreiding van cultuur in Rotterdam.
Zakelijke kwaliteit
De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als voldoende. Buitenplaats Brienenoord zoekt naar een non-hiërarchische organisatievorm; op de huidige vorm kan de commissie maar moeilijk grip krijgen. Er zijn momenteel twee directeur-bestuurders die de verantwoordelijkheden dragen. De communicatiestrategie wordt ‘organisch’ genoemd, maar leunt vooral sterk op partners en deelnemers. De organisatie wil een groter bereik en een grotere naamsbekendheid genereren: de genoemde strategie lijkt echter alleen de eigen, bestaande kring te bereiken.
De organisatie wekt de indruk selectief te zijn in de naleving van de Fair Practice Code. Zo zijn er geen maatregelen voor duurzame inzetbaarheid, noch is er sprake van een transparante bedrijfsvoering. Wel wordt meerdere keren aangegeven dat een groot deel van de kosten ten goede komt aan de makers. Soms gebeurt dat wel erg letterlijk: er wordt niet toegelicht waarom dertig mensen iedere maandag gratis eten en geld krijgen voor deelname aan het programma ‘we came from the future’?
De organisatie ziet eerlijke betaling als onlosmakelijk verbonden met inclusiviteit en innovatie. Er zijn geen mensen in loondienst, wel streeft Buitenplaats Brienenoord naar een eerlijke verdeling van werk over mensen. De organisatie voldoet aan de vereisten van fair pay.
De Governance Code Cultuur wordt betrekkelijk goed nageleefd. Zo zijn er duidelijke maatregelen op het gebied van belangenverstrengeling, interne controle, taakverdeling, risicobeheersing en zelfevaluatie. Het opstellen van een code of conduct (met de community) is een doelstelling voor de komende periode; een extern vertrouwenspersoon was al aangesteld.
Per 1 januari 2024 zijn de activiteiten van de Stichting Grondvesten en de vof Buitenplaats Brienenoord mede op verzoek van de gemeente Rotterdam opgegaan in de Stichting Buitenplaats Brienenoord. De vof is geen partij meer; alle financiële stromen lopen via de nieuwe stichting. In de jaarrekening van de vof staan drie van de mensen van het eerste uur bij de toelichting op de balans vermeld als eigenaars van het vermogen. Er is nog geen duidelijkheid over wat er met het vermogen gebeurd is bij het ontbinden van de vof. De financiële positie van de vof was in 2022 goed; de beheerstichting Grondvesten had een iets zwakkere positie, met lage solvabiliteit.
Van de gemeente Rotterdam ontving de voorganger van de stichting Buitenplaats Brienenoord in 2021 en 2022 de Impulsregeling, en in 2023 en 2024 de Periodesubsidie. Voorzichtige opname in het Cultuurplan lijkt een logisch vervolg: de begroting toont een redelijke groei; het eigen inkomstenniveau is goed en de baten en lasten vormen een passende cijfermatige vertaling van de plannen.
Verhuur en bijbehorende horeca-inkomsten vormen 36 procent van de omzet. De stichting heeft daarnaast cofinancieringslijnen met landelijke en lokale private partijen, en met de landelijke cultuurfondsen. Daarin ontbreekt echter een subsidie Natuur- en Milieueducatie van de Gemeente Rotterdam. De gevraagde bijdrage vanuit het Rotterdamse Cultuurplan vindt de commissie onder meer om die reden te stevig. Het belangrijkste risico ligt in de einddatum van het pachtcontract (1-8-2026): over een verlenging lopen gesprekken met de gemeente. Daarnaast loopt er een traject om de grond in erfpacht te nemen: dat zou de basis duurzaam veiligstellen.
Geadviseerd bedrag
De commissie adviseert om het subsidieniveau vanuit de Impulsregeling te handhaven, met een toeslag voor kleinere instellingen.