Advies: positief, binnen budget

  • Geadviseerd subsidiebedrag: € 215.000,-
  • Gevraagd subsidiebedrag: € 215.000,-

Samenvatting van de aanvraag

“Circus Rotjeknor is sinds de oprichting in 1992 hét jeugdcircus van Rotterdam. Circus Rotjeknor levert door middel van circusspel een positieve bijdrage aan de ontwikkeling van Rotterdammers van alle leeftijden; kinderen en jongeren in het bijzonder. Circus wordt ingezet als werkvorm om tot persoonlijke en sociale groei te komen door de unieke beleving van zelf creëren, bewegen, doorzetten en optreden – zelfstandig, met en voor anderen. Iedereen beoefent circus op het eigen niveau.

Circus is een oude kunstvorm, maar een relatief jonge discipline in de kunst- en cultuursector. Tot 2006 was Circus Rotjeknor de enige organisatie die structureel circusactiviteiten verzorgde in Rotterdam. Anno 2024 vormt Circus Rotjeknor samen met Codarts Circus Arts, Rotterdam Circusstad en Tall Tales Company een florerend circus ecosysteem. Het niet-talige en universele van circus zorgt ervoor dat deze kunstvorm toegankelijk en begrijpelijk is voor iedereen; een belangrijk aspect voor een multidiverse stad als Rotterdam. Zo is Circus Rotjeknor een betekenisvolle schakel in het culturele ecosysteem als geheel.

In 2021-2024 heeft Circus Rotjeknor gekozen voor professionalisering met een nieuw organisatiemodel. Door uitval van vaste medewerkers hebben we dat niet volledig kunnen operationaliseren. Het team dat is opgezet om de uitval te ondervangen is creatief, hands-on en flexibel inzetbaar. Het team wordt begeleid door een senior adviseur die zich voor langere tijd (pro deo) aan Rotjeknor heeft verbonden. We verwachten het organisatiemodel gefaseerd 100% autonoom ingevuld te krijgen.

In 2025-2028 bouwt Circus Rotjeknor voort op wat er al is bereikt. Met de activiteiten dragen we bij aan de beleidsspeerpunten interconnectiviteit, innovatie en inclusiviteit. We versterken, verbreden en verbeteren het huidige aanbod met aandacht voor diversiteit en talentontwikkeling. We gaan actief op zoek naar wie we nog niet bereiken en onderzoeken wat voor soort aanbod past bij die doelgroep(en).

In de cultuurplanperiode 2025-2028

  • ontmoeten jaarlijks 15.000 Rotterdammers Circus Rotjeknor eenmalig.
  • bieden we activiteiten om mensen kennis te laten maken met circus.
  • gaan we van 380 deelnemers aan de circuslessen nu naar 550 in 2028.
  • realiseren we jaarlijks 5 vaste lessen in wijken waar lichte cultuurgebruikers dominant zijn.
  • maken we jaarlijks 5 voorstellingen met 3 groepen van verschillende samenstellingen, die in totaal 5000 toeschouwers trekken.
  • maken we jaarlijks een voorstelling in samenwerking met Rotterdam Circusstad en ten minste 3 andere partners onder de titel KABAAL
  • houden we Circus Rotjeknor internationaal op de kaart.
  • vormen onze deelnemers, docenten en organisatie een steeds betere afspiegeling van de inwoners van Rotterdam.
  • dragen we actief bij aan de ontwikkeling van de cultuur- en circussector.

Circus Rotjeknor maakt daarmee als kleine organisatie grote impact: talloze Rotterdammers ervaren ten minste een keer het positieve effect van het beoefenen van circus. Deelnemers die zich langere tijd aan het circus verbinden, ontwikkelen zicht tot veerkrachtige Rotterdammers met een gevoel van eigenwaarde, sociaal kapitaal en gemeenschapsgevoel. Zo draagt Circus Rotjeknor eraan bij dat kinderen, jongeren en (jong) volwassenen met een open en nieuwsgierige blik naar de wereld kijken en creatieve oplossingen kunnen vinden voor (grootstedelijke) vraagstukken.”

Artistieke en inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als zeer goed. Circus Rotjeknor is sinds 1992 actief. De organisatie kan bogen op uitgebreide ervaring met circuseducatie voor allerlei leeftijden en op alle vier de niveaus van talentontwikkeling. Dit blijkt uit de activiteiten: breed aanbod, binnen- en buitenschools, recreatief maar ook voorbereidend op een beroepspraktijk, losse workshops en lessenseries. De vorming van een nieuw circus-ecosysteem met Codarts Circus Arts, Rotterdam Circusstad en Tall Tales Company is een slimme zet: die vergroot de mogelijkheden voor deelnemers om talenten te ontwikkelen; voor de betrokken organisaties betekent het dat vaardigheden, kennis en positie verstevigd worden. Circus Rotjeknor laat met de getoonde ambitie voor hun aanbod zien dat de organisatie meebeweegt met de vraag, en goed nadenkt over hoe circus aan kan blijven sluiten bij de ontwikkeling van de stad.

De activiteiten worden begeleid door één of twee docenten en een assistent; hun niveau en achtergrond wordt niet inzichtelijk gemaakt. Naast het vaste personeel worden vakkrachten ingehuurd voor de uitvoering van de circusactiviteiten. Dit zijn meestal zelfstandige circusartiesten, deels afgestudeerd aan de circusopleiding van Codarts, die naast de optredens ook circuslessen geven. Ook helpen ervaren en enthousiaste jongeren mee bij verschillende lessen. Tien jongeren volgden hiervoor de Circus Assistenten Cursus.

Circus Rotjeknor wil maatschappelijke thema’s in persoonlijke verhalen vangen en vertellen via circustechnieken. De diverse aard van de discipline, de taalarme presentatie en de universele verhalen dragen bij aan de herkenbaarheid van en identificatie met de performers. De organisatie vormt een vanzelfsprekend onderdeel van de stad: als er ergens een festival in de openbare ruimte plaatsvindt, dan is Circus Rotjeknor daar vaak te vinden met activiteiten voor kinderen en jongeren. Het aanwezig zijn van de gehele keten van talentontwikkeling in de stad is een goede ontwikkeling, omdat hiermee circus als kunstvorm steeds serieuzer wordt genomen.
Circus Rotjeknor geeft aan een proactieve houding aan te nemen in samenwerking met partners in de wijken om een nieuw publiek te bereiken. Circus heeft niet bij alle doelgroepen een positieve connotatie, zo citeert Circus Rotjeknor uit het vorige advies van de RRKC. Ze richten zich binnen de mogelijkheden die er zijn dan ook met hun aanbod op een beter imago en op positieve beeldvorming. De inspanningen van de afgelopen periode hebben beperkt resultaat gehad: corona wordt als oorzaak genoemd. De betreffende activiteiten voor komende periode zijn overtuigend. Helaas wordt de marketingstrategie per doelgroep niet toegelicht. De overtuigingskracht zit ‘m dan ook met name in de krachtige, gelijkwaardige positie die de organisatie inneemt ten opzichte van grotere partners binnen de keten. Binnen de Circuscoalitie is helder wie welke rol vervult. De meerwaarde ten opzichte van de andere partners wordt gedefinieerd en organisaties verwijzen naar elkaar door.

Circus Rotjeknor benoemt de oorspronkelijke aanpak van educatie en ontwikkeling: “Circus wordt ingezet als werkvorm om tot sociale groei en ontwikkeling te komen, door de unieke beleving van zelf creëren, bewegen, doorzetten en optreden – zelfstandig, met en voor anderen.” De commissie is ervan overtuigd dat dat zo was, is en blijft. De commissie is ook blij met de rol die de organisatie op zich neemt binnen de ontwikkeling van de sector; Circus Rotjeknor draagt bij aan de emancipatie van het genre. Binnen de regeling ‘Pilot Nationaal Akkoord Amateurkunst’ van het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP) neemt Circus Rotjeknor een belangrijke rol in voor de ontwikkeling van de professionalisering van amateurkunstorganisaties.

Waarde voor de stad, de bewoner en de discipline

De commissie beoordeelt de waarde voor de stad, haar bewoners en de discipline als goed. Binnen de sector is de samenwerking ruimschoots aanwezig. Daarnaast is duidelijk dat de organisatie na een roerige periode nu weer aan het bouwen is. Zo is een aanvraag bij het FCP voor methodiekontwikkeling gehonoreerd. De beoogde domeinoverstijgende samenwerking met zorg en welzijn in verband met het Gezond en Actief Leven(GALA)- akkoord is passend en logisch; partners zijn onder meer Aafje, Humanitas, de buurtsportcoaches en de Huizen van de Wijk. Circus Rotjeknor noemde dit type samenwerking in het vorige plan ook, maar omdat financiële middelen hiervoor pas recent via gemeenten beschikbaar zijn gesteld, is het verklaarbaar dat dit pas nu op gang komt. In hetzelfde licht beziet de commissie de pilot-samenwerking met Hiphophuis en Skateland: het is realistisch dat deze samenwerking zal slagen. Ook dit samenwerkingsverband biedt de mogelijkheid om een nieuwe (jonge) doelgroep aan Circus Rotjeknor te binden en de positie van circus verder te verstevigen. Het oprichten van een mbo-opleiding voor circus bleek de afgelopen periode voor de kleine organisatie te hoog gegrepen, evenals het inbedden van het vak bij CIOS, PABO, ALO en social work. Het getuigt van realiteitszin en pragmatiek dat de organisatie intensief samenwerkt met KCR voor het contact met scholen.

De hierboven genoemde pilot voor het ontwikkelen van ‘urban circus’ in samenwerking met Hiphophuis is betrekkelijk innovatief. De commissie erkent de bewegingsverwantschap tussen de kunstvormen en kan zich voorstellen dat er kruisbestuivingen zullen ontstaan vanuit de ontmoeting. Het is goed dat de organisatie beseft dat het eigenaarschap rond ‘urban culture’ bij de jongeren zelf ligt en dat daar in de uitwerking rekening mee wordt gehouden; een concretere invulling was hier op zijn plaats geweest. Circus Rotjeknor schaart de ontwikkeling van de sector ook onder innovatie; de commissie deelt die zienswijze maar ten dele. Geschetste ontwikkelingen op het gebied van beleid, organisatie en deskundigheidsbevordering zijn voor Circus Rotjeknor weliswaar nieuw, maar niet innovatief in vergelijking met andere organisaties. En hoe verheugd de commissie ook is over de gehonoreerde aanvraag ten behoeve van methodiekontwikkeling: het roept wel de vraag op wat de methodiek dan tot nog toe geweest is. Circus Rotjeknor wijst op het bestaan van trucenkaarten, maar geeft niet aan welke visie op didactiek/methodiek hierachter zit.

De aanvraag getuigt van een omslag in denken van ‘de deur staat voor iedereen open’ naar een actievere benadering. De beschrijving van de beoogde werkwijze en partners in die benadering is echter weinig concreet. Niettemin doet Circus Rotjeknor al veel goed: circus wordt door Circus Rotjeknor ingezet als middel om een diverse doelgroep (waaronder light users) te bereiken. Het universele karakter van circus maakt de activiteiten toegankelijk en begrijpelijk voor iedereen: Circus Rotjeknor richt zich met succes op groepen als vluchtelingen, statushouders en Internationale Schakelklassen (ISK’s). Ook voor ouderen heeft Circus Rotjeknor specifieke activiteiten, gericht op vitaliteit, balans en valtechnieken. Circus op zijn kop is er voor jongeren met een verstandelijke beperking. De organisatie is als gezegd goed zichtbaar op plekken waar lichte doelgroepen zich bevinden: wijkfestivals en openbare evenementen. Ten slotte is de commissie te spreken over het prijsbeleid, dat met lovenswaardig gebruiksgemak aansluit bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur, en korting biedt via de RotterdamPas. Grof samengevat is inclusie buitenshuis voor Circus Rotjeknor een tweede natuur; in-house lijkt de praktijk wat weerbarstiger.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als goed. In het plan wordt benoemd dat Circus Rotjeknor de pioniersorganisatie achter zich wil laten en stappen wil maken in professionalisering. Dat bevreemdt de commissie een beetje: had die stap niet allang gezet moeten worden? De noodzaak ervan is helder: de organisatie toont zich niet helemaal stabiel en voldoet niet volledig aan de Governance Code Cultuur. Daar is men zich van bewust. Het bestuur was tijdelijk niet compleet en er was sprake van onderbezetting bij zakelijke en artistieke leiding. Daarom hebben bestuursleden taken op zich genomen die normaal gesproken bij de zakelijke en artistieke leiding behoren. Momenteel zijn een senior begeleider en ‘lange termijn adviseurs’ op pro deo-basis bij de organisatie betrokken. Zij hebben toegang tot alle stukken en zijn welkom bij alle bestuursvergaderingen. Dat zou – ook als het aan de commissie ligt – binnenkort niet meer aan de orde moeten zijn. De uren voor de aan te zoeken zakelijk leider worden vrijgemaakt door een ‘slimme inzet van uren vanuit het bestaande team van docenten die de artistieke inzet borgen’. De commissie kan niet goed beoordelen of dit een verkapte bezuiniging op de docenten is of daadwerkelijk een slimme efficiëntieslag. De ervaringen van het afgelopen jaar wijzen op het laatste.

Circus Rotjeknor geeft aan dat het in de periode 2025-2028 op jaarbasis €146.000 aan inhuurkrachten zal betalen. Daarmee is de stichting van plan om voor 4.300 uur zelfstandigen in te huren. Hierdoor komt het gemiddelde uurtarief van ingehuurde zelfstandigen uit op €33,95 wat niet overeenkomt met marktconforme standaarden. In de wetenschap dat er in het begrotingsformat niet gedifferentieerd kan worden tussen tarieven en het beeld dus mogelijk genuanceerder is, vraagt de commissie zich desondanks af of Circus Rotjeknor aan de fair pay-vereisten voldoet. De commissie vindt het belangrijk dat in 2024 – zoals aangekondigd – een interne gedragscode wordt opgesteld.

De bedrijfsvoering van de afgelopen jaren toont dat Circus Rotjeknor langs de rand van de afgrond is gegaan. Eind 2022 is er sprake van een negatief eigen vermogen. Er waren geen financiële buffers aanwezig voor het opvangen van tegenvallers, en de organisatie kon niet aan de financiële verplichtingen voldoen. Het verlies over 2022 is met name te wijten aan hogere personeelslasten, die voortkwamen uit een slepend arbeidsconflict en langdurig verzuim. De komende periode verwacht de organisatie uit dat dal te klimmen; de wijze waarop wordt voldoende onderbouwd. De nieuw te werven zakelijk leider heeft daarin een belangrijke rol: die zal zich richten op de bedrijfsvoering, externe contacten & samenwerking, verantwoording intern en extern en het binnenhalen van projecten. Positief is dat Circus Rotjeknor nauwelijks vaste lasten en langjarige financiële verplichtingen heeft (behalve een langlopend huurcontract). Hierdoor zijn de financiële risico’s van de stichting beperkt. De verbinding tussen het meerjarenbeleidsplan en de meerjarenbegroting is helder. De meerjarenbegroting overtuigt voldoende door de vertaling van de plannen en de uitwerking van de verwachte baten en lasten.

De afhankelijkheid van subsidies was in 2022 met 52 procent relatief beperkt; voor de komende periode staat eenzelfde percentage in de begroting. De commissie waardeert de inzet op eigen inkomsten, de efficiëntieslag in personeelslasten en het feit dat de aanvraag bij het Cultuurplan bijna gelijk is aan de aanvraag in 2021-2024.
De subsidies zijn afkomstig van twee financiers, te weten de gemeente Rotterdam en het Rijk. Er zijn nog geen andere fondsen benaderd, noch is er een samenwerking voorzien met professionele fondsenwervers. Dat is jammer, want uitbreiding van het aantal subsidieverstrekkers zou de continuïteit van Circus Rotjeknor kunnen bevorderen. Daarnaast zullen, met een positief saldo uit de bedrijfsvoering, reserves moeten worden opgebouwd om in de toekomst tegenvallers te kunnen opvangen.

Geadviseerd bedrag

De commissie oordeelt en adviseert om het aangevraagde bedrag à €215.000,- te honoreren.