Advies: negatief
Samenvatting van de aanvraag
“DIGITUP, de schatgraver van de Rotterdamse stadscultuur, zet zich in om het rijke audiovisuele erfgoed van de stad te verzamelen, digitaliseren, duurzaam te bewaren en voor iedereen toegankelijk te maken. We brengen het culturele verleden van Rotterdam tot leven, met als doel de Rotterdammers te verbinden met hun gedeelde geschiedenis en identiteit, gekoppeld aan actuele thema’s.
Onze strategie focust op het betrekken van de community bij het vinden, digitaliseren en behouden van uniek erfgoed. We zoeken – via crowdsourcing – naar particulier materiaal en werken samen bij de digitalisatie en metadatering, wat bijdraagt aan een sterkere gedeelde identiteit. Samenwerking met het Stadsarchief Rotterdam en andere (erfgoed)instellingen zorgt voor professionele digitale conservering en ontsluiting. Dankzij onze communityaanpak en grassrootsfocus brengen we verborgen verhalen en perspectieven naar boven, wat ons tot een unieke en onmisbare schakel in het Rotterdams erfgoedlandschap maakt.
In de komende jaren investeren we in onze online en offline presentatie om een breed publiek te bereiken. Een nieuw digitaal platform zorgt voor interactieve (kosteloze) toegang tot de collecties en we organiseren in samenwerking met partners (pop-up) exposities en evenementen op historisch relevante locaties. Onze kernwaarden omvatten diversiteit, inclusie en innovatie. We richten ons op culturele diversiteit in programmering, medewerkers en publiek. Daarnaast zetten we in op technologische vernieuwing en creatieve publieksparticipatie. Wij geloven in de kracht van cultureel erfgoed om verbinding en participatie te stimuleren, en agenderen maatschappelijk actuele vraagstukken in onze projecten. Dit draagt bij aan het welzijn van alle Rotterdammers.
We hanteren principes van goed bestuur, transparantie en fair practice, essentieel voor een wendbare, innovatieve en duurzame organisatie.
Om onze missie voort te zetten, plannen we toekomstige initiatieven die onze aanpak en diensten verder versterken. We verkennen nieuwe technologieën om onze collecties interactiever te maken. Ook willen we meer samenwerkingsverbanden aangaan met lokale organisaties en initiatieven, om zo een nog rijkere en meer gevarieerde weergave van het Rotterdamse erfgoed te bieden. Daarbij blijven we ons inzetten voor de educatie van jongeren en gemeenschapsbetrokkenheid door middel van workshops en lezingen.”
Artistieke en inhoudelijke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als zwak. DIGITUP ziet zichzelf als de katalysator voor de waardering van cultureel erfgoed in Rotterdam en wil ‘schatgraven in de Rotterdamse stadscultuur’. Zij wil een centrale rol spelen in het verbinden van gemeenschappen met hun erfgoed door innovatieve digitale toepassingen. De commissie is positief over deze missie. De afgelopen jaren heeft de organisatie hier concreet invulling aan gegeven door met community’s op zoek te gaan naar hun erfgoed en gezamenlijk, in co-creatie, een activiteit zoals een expositie te ontwikkelen.
Het plan van DIGITUP getuigt van grote liefde voor naoorlogs Rotterdam in al zijn diversiteit, maar helaas kijkt zij vooral terug naar de activiteiten van de afgelopen jaren en nauwelijks vooruit. Over wat de organisatie de komende jaren wil gaan doen en de manier waarop staat vrijwel niks beschreven. De missie en visie worden niet concreet uitgewerkt in een programma van activiteiten. De commissie krijgt op basis van het ontbreken van concrete plannen de indruk dat DIGITUP doet wat er op het pad komt in plaats van dat er inhoudelijk-artistieke overwegingen aan de keuzes ten grondslag liggen. Verder wordt uit de plannen niet duidelijk hoe wordt omgegaan met collectiebeheer.
DIGITUP wil de komende tijd met name het digitale bereik fors vergroten. Zij zegt daarnaast een divers publiek en alle Rotterdammers te willen bereiken. Uit de plannen wordt het de commissie echter niet duidelijk om welke doelgroepen dit precies gaat en hoe dit diverse publiek bereikt zal worden. In het verleden is in co-creatie met onder meer de Antilliaanse en Surinaamse gemeenschap samengewerkt, maar met wie de organisatie in de komende periode beoogt te werken blijft een vraagteken. Ook mist enige vorm van reflectie op de impact die de DIGITUP programma’s in het verleden hebben gehad.
Het idee om het eigen naoorlogs beeldmateriaal van Rotterdammers te verzamelen, toegankelijk te maken en vast te leggen vindt de commissie interessant. Het initiatief was aanvankelijk een mooie aanvulling op de Rotterdamse erfgoedinstellingen, met name op het Museum Rotterdam en het Stadsarchief Rotterdam. Het verleende DIGITUP een eigen authentieke positie. In de leegte die na het sluiten van het Museum Rotterdam is ontstaan, is de behoefte om iets met de Rotterdamse geschiedenis te doen alleen maar sterker geworden.
Inmiddels zijn er meerdere organisaties, zoals Verhalenhuis Belvédère en Stichting Wijkcollectie, die dit ook doen en hierop een eigen aanpak hebben ontwikkeld. De commissie vindt het jammer dat DIGITUP in de plannen nauwelijks ingaat op de eigen aanpak binnen deze context waarin het actief is waardoor zij zich niet tot deze actualiteit lijkt te verhouden. Uit de plannen blijkt onvoldoende dat DIGITUP hier een artistiekinhoudelijk visie of plan van aanpak voor heeft.
DIGITUP reflecteert wel op haar eigen positie als zelfstandige organisatie en heeft de begrijpelijke wens om opgenomen te worden in een grotere erfgoedinstelling. Een strategie voor het goed overdragen van de collectie binnen een context waar deze tot haar recht komt, wordt echter niet nader uitgewerkt.
Waarde voor de stad, de bewoner en de discipline
De commissie beoordeelt de waarde voor de stad, haar bewoners en de discipline als onvoldoende. DIGITUP zegt vanuit de eigen creativiteit te willen werken aan maatschappelijke vraagstukken. Er worden helaas geen concrete plannen beschreven en evenmin wordt duidelijk welke samenwerkingen hieraan bij kunnen dragen. Toekomstige nieuwe partners worden niet genoemd. In het plan noemt DIGITUP wel een reeks partners van binnen en buiten de sector waar zij nu mee samenwerkt. Dat vindt de commissie knap voor de kleine organisatie en het biedt tal van kansen. DIGITUP beschrijft hierbij dat het haar diensten voor het digitaliseren en ‘bewaarbaar’ maken van het audiovisuele erfgoed aanbiedt aan met name andere cultuur- en erfgoedinstellingen. De commissie vraagt zich wel af hoe de beeld- en auteursrechten geregeld zijn ten aanzien van het werk afkomstig uit projecten uit het verleden.
Het vinden van particulier erfgoed en participatief verzamelen was bij de start van DIGITUP een nieuw en innovatief concept. De organisatie heeft met de aanpak onder meer archieven en andere erfgoedinstellingen geïnspireerd en hiermee de sector verrijkt. De commissie waardeert wat DIGITUP hiermee in gang heeft gezet. Uit de plannen blijkt dat de organisatie de afgelopen jaren aan de oorspronkelijke aanpak heeft vastgehouden. Daar is niks mis mee, maar deze aanpak is niet meer vernieuwend te noemen. Stappen om de organisatie en het concept verder te ontwikkelen worden niet in de plannen beschreven. De bijdrage aan het bereiken van artistieke en maatschappelijke doelen door innovatie vindt de commissie hierdoor beperkt.
De commissie ziet dat in het plan geen publieksgroepen worden benoemd en er is ook geen marketingstrategie uitgewerkt. DIGITUP heeft een visie op hoofdlijnen op diversiteit en inclusie, waarbij alle p’s kort worden aangestipt. Een aantal doelstellingen is helder en goed omschreven, een aantal vindt de commissie echter erg algemeen. Zo wordt er bijvoorbeeld gestreefd naar een divers personeelsbestand, maar meer wordt daar niet over gezegd. Een aanpak of uitwerking op dit gebied wordt nauwelijks concreet gemaakt.
Zakelijke kwaliteit
De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als onvoldoende. De commissie ziet verschillende tekortkomingen en heeft hierdoor weinig vertrouwen in de organisatorische kwaliteit. DIGITUP signaleert zelf ook dat het voortbestaan niet vanzelfsprekend is. Het ziet zichzelf als een kleine, flexibele en faciliterende organisatie met kennis en kunde die eventueel op kan gaan in een andere Rotterdamse erfgoedinstelling. De organisatorische kwaliteit van DIGITUP oogt daardoor fragiel. Het is sterk dat DIGITUP hier transparant over is, maar het benadrukt het gemis van een visie of plan voor de toekomst van de organisatie.
In het plan en de overige stukken besteedt DIGITUP opvallend weinig aandacht aan de Fair Practice Code aangezien de organisatie vooral bestaat uit freelancers. De aspecten van de code worden heel kort en algemeen aangestipt, maar geven geen echte informatie over de stand van zaken aangaande fair practice. De commissie vindt de doelstellingen erg algemeen en weinig uitgewerkt. De meeste aspecten van de Governance Code Cultuur worden benoemd, maar alleen in algemene bewoordingen. Er wordt bijvoorbeeld benoemd dat de diversiteit binnen het bestuur ‘nog niet maximaal’ is, waarna er alleen aandacht voor de gemiddelde leeftijd is en niets wordt gezegd over het gebrek aan diversiteit qua culturele achtergrond.
De begroting is volgens de commissie geen overtuigende vertaling van de plannen. DIGITUP begroot een forse groei van de lasten en wil deze grotendeels financieren met hogere subsidies. De lasten worden verder niet duidelijk gespecificeerd of onderbouwd. De commissie begrijpt niet waarom DIGITUP het team wil uitbreiden, terwijl een concrete uitwerking van wat het team gaat doen ontbreekt. Tegelijkertijd wil zij minder presentaties gaan maken alsook bij een andere erfgoedinstelling ondergebracht worden.
De commissie ziet geen evenwichtige financieringsmix en zij vindt het continuïteitsrisico daarom groot. Het percentage eigen inkomsten bedraagt 22 procent en is daarmee mager. DIGITUP heeft weinig buffer en de afhankelijkheid van subsidies is groot. Het wordt niet duidelijk of de organisatie zich inspant voor verdere cofinanciering. DIGITUP maakt zich daarmee eenzijdig afhankelijk van gemeentelijke subsidie, terwijl het op basis van alle samenwerkingen en co-creatie ook zou kunnen werken aan eigen inkomsten. Concrete voorstellen om dit te doen ontbreken in het plan.