Advies: negatief
Samenvatting van de aanvraag
“De oprichting van Stichting Live At Annabel en het indienen van de Cultuurplanaanvraag 25- 28 vormen cruciale stappen in het verankeren van Annabels belangrijke rol in het Rotterdamse poplandschap. In de afgelopen acht jaar heeft Annabel, zonder externe subsidie, een sleutelpositie verworven binnen de popcultuur van de stad en haar bestaansrecht bewezen. Het is duidelijk dat het essentieel is om deze positie te versterken en het programma te integreren in het culturele weefsel van Rotterdam.
De strategische visie van de stichting omvat het dichten van de kloof in het Rotterdamse livemuziekaanbod tussen kleinere en grotere podia, door middel van een breed en inclusief muziekprogramma dat lokaal draagvlak verbindt met nationale erkenning. Deze benadering wordt verder versterkt door samenwerking, diversiteit, sociale betrokkenheid en talentontwikkeling. Het streven naar diversiteit en inclusiviteit is diepgeworteld in de organisatie, van het team tot de uitvoering van de Code Fair Practice en de Code Governance Cultuur. Bovendien weerspiegelt de organisatie de dynamische geest van Rotterdam door het toepassen van innovatieve ticketingoplossingen en het creëren van veilige, inclusieve ruimtes voor alle bezoekers.
De doelgroepenstrategie van Live At Annabel is gericht op het aanbieden van een diverse mix van stijlen en artiesten die popcultuur reflecteren. Het programma reageert op trends en presenteert relevante muziekacts voor een breed publiek. Met aandacht voor niet-westerse genres en een programmering die varieert van Nederlandse hitmakers tot internationale sterren en lokale helden streeft Annabel ernaar een afspiegeling te zijn van de multiculturele samenstelling van de stad. Tribute acts en toegankelijke evenementen voor minderbedeelden verrijken het aanbod verder.
Met een focus op een jeugdig en divers publiek legt de stichting de nadruk op ‘lichte’ cultuurgebruikers, een groep die in Rotterdam aanzienlijk groter is dan het landelijk gemiddelde. Live At Annabel maakt gebruik van het Culturele Doelgroepen Model van Rotterdam Festivals om specifieke subgroepen te identificeren en programma’s samen te stellen die resoneren met hun muzikale smaken en culturele achtergronden. De stichting streeft ernaar hét poppodium te integreren in de culturele keten van de stad. Om dit te bereiken, is een voortdurend aanbod van hoogwaardige concerten van cruciaal belang. Daarom doet Stichting Live At Annabel een beroep op de gemeente Rotterdam voor een subsidie van €750.000,- per jaar.
Deze financiële ondersteuning is essentieel om verschillende redenen. Allereerst waarborgt het de continuïteit van de activiteiten, met name de constante stroom van kwalitatief hoogstaande concerten die onmisbaar zijn voor het succes en de levensvatbaarheid van ons middelgrote poppodium. Gezien de capaciteit van meer dan 1000 bezoekers brengt dit grotere financiële risico’s met zich mee, zoals hogere vergoedingen voor artiesten en de noodzaak van meer technische faciliteiten en overheadkosten om concurrerend te blijven met andere steden. Daarnaast draagt deze subsidie bij aan talentontwikkeling en sociale betrokkenheid, en speelt het een sleutelrol in de versterking van de culturele infrastructuur van Rotterdam.
Kortom, het stelt ons in staat om een blijvende positieve impact te hebben op de lokale gemeenschap en cultuur en om bij te dragen aan de verrijking van het culturele aanbod in Rotterdam.”
Artistieke en inhoudelijke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als zwak. Live At Annabel wil met een breed en inclusief muziekprogramma voor een middenzaal een kloof dichten in het Rotterdamse popmuziekaanbod. Daarbij bouwt de stichting verder op de ervaring van de bv Annabel, die al vele jaren voorziet in een breed en gevarieerd aanbod van popmuziek. De stichting zelf heeft nog geen trackrecord. De verbindende factor is de pas aangestelde creatief directeur en voormalig programmeur van bv Annabel, die volgens de commissie beschikt over goed inhoudelijk vakmanschap. Alle andere essentiële posten, zoals de zakelijke leiding, programmering, marketing en productie moeten nog worden ingevuld. Hoewel het huidige personeelsbestand van de bv als voorbeeld dient, maakt de aanvrager niet concreet hoe zich dat vertaalt naar de samenstelling en daarmee het vakmanschap van de nieuwe stichting. Dat geldt ook voor de artistieke invulling. Uitverkochte concerten van bijvoorbeeld Ziggy Marley dienen als voorbeeld waarmee de stichting zich naar eigen zeggen op de kaart heeft gezet, maar deze zijn feitelijk toe te schrijven aan de bv. De meerwaarde van de stichting Live at Annabel voor Rotterdam, naast de reeds bestaande bv Annabel, komt in het plan onvoldoende tot uiting.
De aanvraag beschrijft als voorbeeldprogrammering een groot aantal en zeer uiteenlopende popacts uit binnen- en buitenland en van alle niveaus. Het betreft een mix van stijlen met als motto “Aanbod schept de vraag”. Hoewel de commissie verwacht dat hier een breed publiek op af zal komen, betwijfelt zij of dat toe te schrijven is aan de zeggingskracht van Annabel als podium of aan de acts zelf. Het valt te prijzen dat de aanvrager zich met dit brede aanbod richt op alle mogelijke doelgroepen, maar een inhoudelijk profiel van Live At Annabel als poppodium komt hierdoor onvoldoende tot uiting. Dat de beoogde combinatie van concerten en een nachtprogrammering daar in de toekomst toe zal leiden wordt in de aanvraag evenmin voldoende overtuigend onderbouwd.
De commissie onderschrijft het belang van een middenzaal voor het Rotterdamse popcircuit. Zij is er echter niet van overtuigd dat de stichting Live At Annabel daar een artistiek-inhoudelijke waarde aan toevoegt. De aanvraag noemt programmeringsambities als “trends te herkennen en unieke, relevante en eigentijdse programma’s en artiesten te presenteren”, en een programmeermodel dat “voortdurend proces van onderzoek en ontwikkeling” is. Dat resulteert volgens de commissie in een non-descript programmaprofiel dat alle popmuziek representeert, van tribute acts tot nachtprogrammering. De toegevoegde artistieke waarde van Live At Annabel als poppodium komt daarmee niet over het voetlicht. Daarnaast kan de Rotterdamse popsector gebruik maken van Annabel als zaal, waarmee aan de facilitaire behoefte van een middenzaal is voldaan.
Waarde voor de stad, de bewoner en de discipline
De commissie beoordeelt de waarde voor de stad, haar bewoners en de discipline als zwak. Het plan beschrijft beoogde samenwerkingspartners in de stad, waarvan het merendeel opereert binnen het eigen culturele domein. Samenwerkingen met bijvoorbeeld Mystiek Productions en Art Stage Promotions gaan met name over de invulling van de programmering en betreffen de noodzakelijke bedrijfsvoering. Samenwerkingen met Rotterdamse onderwijsinstellingen, partners als Cult North en de LGBTQI+ gemeenschap worden beschreven als intenties maar niet nader toegelicht. De interconnectiviteit als waarde voor de stad Rotterdam kan op basis van de informatie in de aanvraag niet worden opgemaakt.
In het plan is nauwelijks sprake van innovatie. De aanvrager zegt een actieve rol te spelen in het versterken van het vooruitstrevende imago van Rotterdam en noemt als voorbeeld het experimenteren met samenvoegen van uiteenlopende muziekstijlen en de samenwerking met gastprogrammeurs. Ook beschrijft het plan vernieuwing in ticketing, veiligheid en de introductie van een Membercard. De commissie staat positief tegenover deze ontwikkelingen op zich maar stelt dat deze vernieuwingen behoren tot een gezonde bedrijfsvoering van een hedendaags poppodium.
Door het gevarieerde programma-aanbod verwacht de commissie dat Live At Annabel een breed publiek zal aantrekken. In samenwerking met agencies als Mystiek Productions en Art Stage Promotion, en door de gesprekken die gaande zijn met Black Soil, House of Knowledge en andere partijen over de contextprogramma’s, richt de aanvrager zich ook op bi-cultureel (jong) publiek in de stad. Speciale vrouwenavonden en acties voor minder draagkrachtige bezoekers dragen bij aan inclusie in bredere zin. De commissie merkt echter op dat al deze voornemens niet zijn uitgewerkt en dat de mate van inclusie grotendeels afhankelijk is van de partners. De ambitie “om een culturele smeltkroes te zijn waar diverse culturen samenkomen en muziek vanuit de hele wereld resoneert in de harten van onze bezoekers” worden niet vertaald in concreet beleid. Evenmin kan worden vastgesteld in hoeverre diversiteit en inclusie een plek krijgen binnen de organisatie zelf. Het personeelsbestand van Annabel B.V. mag dan volgens de aanvrager als voorbeeld dienen, concrete doelstellingen en beleid voor de stichting kunnen hieruit niet worden afgeleid.
Zakelijke kwaliteit
De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als onvoldoende. De organisatie is zeer recent opgericht en er is nog geen sprake van een volwaardige bedrijfsvoering. De aanvrager stelt de Governance Code Cultuur toe te passen maar moet het bestuursreglement en een interne gedrags- of integriteitscode nog opstellen. Het podium Annabel functioneert tot op heden vanuit de bv. Waar de activiteiten en verantwoordelijkheid van de bv eindigen, en die van de stichting beginnen, wordt in grote lijn inzichtelijk gemaakt in de locatie- en samenwerkingsovereenkomst. Deze hebben weliswaar een onbepaalde looptijd maar zijn opzegbaar met inachtneming van een termijn van zes maanden (NB artikel 10.2 en artikel 7 van de respectievelijke overeenkomsten noemt een opzegtermijn van drie maanden. In de risicoparagraaf van het formulier bedrijfsvoering staat vermeld dat “de initialisatie van de samenwerking is vastgelegd voor een jaar”). Dat maakt de beoordeling over het beleid van de komende vier jaar lastig. De reden voor oprichting van de stichting en de onderlinge relatie tussen stichting en bv worden niet geduid.
Er ontbreekt een jaarrekening en enige reflectie op (de gezondheid van) de bedrijfsvoering. De risicoanalyse stelt dat de samenwerking met de bv de autonomie van de stichting in programmering en bedrijfsvoering beperkt en hieruit valt af te leiden dat de bv de dominante partner is. De subsidieaanvraag betreft een derde deel van de begroting. Inkomsten uit horeca zijn niet opgenomen. Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat deze ten goede komen aan de bv en niet worden gebruikt om de programmering (mede) te financieren, wat bij andere podia gebruikelijk is. De commissie is van mening dat de bv op basis van uitverkochte shows de kwaliteitsprogrammering van de stichting mogelijk zou moeten maken. De stichting is in sterke mate afhankelijk van subsidie en de continuïteit is sterk gelieerd aan de relatie met de bv wat een risico voor de bedrijfsvoering met zich meebrengt.