Advies: negatief
Samenvatting van de aanvraag
“Het bestuur van de stichting New Rotterdam Jazz Orchestra (NRJO) en de leden van de artistieke commissie hebben het beleidsplan voor de aanvraag van structurele subsidie opgesteld voor de periode 2025-2028. In dit plan wordt uitvoerig toegelicht hoe het NRJO zich wil ontwikkelen waarbij verbinding met diverse kunstvormen in de muziek wordt aangegaan. Dat blijkt bijvoorbeeld uit samenwerking met dansers, klassiek geschoolde muzikanten, woordkunstenaars en acteurs. Tevens heeft het orkest oog voor talentontwikkeling en zet het zich in voor samenwerkingen met jonge artiesten.
Het bestuur is zich bewust van de vraagstukken diversiteit en inclusiviteit. In de uitvoering van de plannen wordt daar zorgvuldig mee omgegaan. Interconnectiviteit en innovatie hebben een centrale rol en zijn duidelijk herkenbaar in dit project.
Vooral innovatie is een belangrijk punt van aandacht in de beschreven plannen. Dat blijkt onder meer uit de doelstelling om in het nieuwe podium, Metro Walhalla, jong talent te begeleiden en het experiment centraal te stellen.
De toevoeging van enkele leden van het RPhO aan het orkest en optredens met dansers zijn andere vormen van innovatie. Ook de plannen met DI-RECT en de combinatie met Flip Noorman voor de opvoering van een opera getuigen van bijzondere vormen van innovatie. Deze plannen zijn reëel en zullen verder worden uitgewerkt.
Het orkest bestaat uit zeer ervaren musici die veelal hun opleiding in Rotterdam hebben gevolgd en via conservatoria zijn opgeleid. Het ensemble is toe aan een nieuwe stap en wil zijn bekendheid vergroten en meer betekenen voor de Rotterdammers en de stad.
Het orkest speelt muziek die goed aansluit bij de huidige tijd. De stromingen binnen de muziekkeuze zijn divers en sluiten aan bij wensen van deze tijd.
Het bestuur is van mening dat met deze plannen de stad Rotterdam op jazzgebied en andere vormen van ontspanning door de combinaties goed zichtbaar wordt voor bezoekers en daardoor ook op dit gebied een grotere bekendheid zal bereiken.
Het bestuur hoopt dat de gemeenteraad Rotterdam en de commissies die hierover gaan in dit beleidsplan voldoende initiatieven zien om de gevraagde jaarlijkse subsidie van € 165.000 toe te kennen waardoor een vervolg kan worden gegeven aan de verdere uitwerking van de plannen.”
Artistieke en inhoudelijke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als zwak. Het New Rotterdam Jazz Orchestra is samengesteld uit uitstekende musici die hun sporen hebben verdiend in de muzieksector. De spelkwaliteit van het orkest en het vakmanschap van de individuele musici is hoog.
Over de kwaliteit van de voorgelegde aanvraag is de commissie minder positief. De ambities voor de komende jaren missen focus en onderbouwing en daarbij ontbreekt het aan een heldere visie op de toekomst. De veelheid aan plannen en nauwelijks uitgewerkte projecten zijn gebaseerd op ‘intenties’ en ‘voornemens’ en geven een beperkt beeld van de artistieke ontwikkeling die het New Rotterdam Jazz Orchestra voor ogen staat. Onderdeel van de aanvraag betreft de ontwikkeling en begeleiding van jong talent. Hoewel de commissie de ambitie waardeert, mist zij ook hier een concrete visie op wat talent nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen en welke rol het New Rotterdam Jazz Orchestra daarin kan spelen. Uit de aanvraag blijkt dat het orkest wil voorzien in speelbeurten, maar de commissie vindt dat niet afdoende. Ook reflecteert de aanvrager niet op andere Rotterdamse instellingen die zich over jong talent ontfermen en de meerwaarde die het New Rotterdam Jazz Orchestra daaraan kan toevoegen. Dat maakt de ambities op dit terrein allerminst geloofwaardig.
De kracht het New Rotterdam Jazz Orchestra zit volgens de commissie in enerverende en aansprekende live-concerten voor publiek. In de beschrijving van projecten die het New Rotterdam Jazz Orchestra de komende jaren wil ontwikkelen, komt vooral het enthousiasme en de wil om te spelen bovendrijven. Artistiek-inhoudelijk worden ze te summier uitgewerkt. Daardoor komt de zeggingskracht niet tot uiting. De Opera Stuiver vormt daarop een uitzondering; de commissie verwacht dat de samenwerking met zanger en componist Flip Noorman een aansprekende voorstelling kan opleveren. Of en in welke mate het orkest bijdraagt aan het artistieke concept blijkt helaas niet uit de aanvraag.
Ten aanzien van het publieksbereik mist de commissie een heldere visie. Het marketingplan is vrij obligaat en geeft weinig kennis prijs over het publiek. De doelgroepen zijn generiek geformuleerd en een uitspraak als “Mensen houden van onze jazz en creativiteit, ze weten het alleen soms nog niet” resulteert niet in een concrete communicatiestrategie. De bravoure die doorklinkt in de aanvraag leidt vooralsnog niet tot een sterke mate van zeggingskracht.
Het New Rotterdam Jazz Orchestra profileert zich als Rotterdamse ‘smaakmaker’ in de jazz, maar een eigen signatuur in de voorgestelde projecten is niet onmiskenbaar aanwezig. De samenwerking met Flip Noorman en Marcel Veenendaal draagt de potentie van eigenzinnige producties in zich. Maar ook wordt de artistieke inbreng van het New Rotterdam Jazz Orchestra niet toegelicht. Daardoor is het onduidelijk wie initiatiefnemer of ‘eigenaar’ is en wiens signatuur de voorstelling draagt. Een uitzondering daarop is Metro Walhalla. De combinatie van vaste speelplek en broedplaats, en de samenwerking met andere kunstdisciplines, spreekt tot de verbeelding. Het kan een meerwaarde betekenen voor het orkest en een aanvulling zijn op de Rotterdamse muziekscene. Echter ook hier leest de commissie voornamelijk voornemens en weinig concrete uitwerking van de plannen.
Waarde voor de stad, de bewoner en de discipline
De commissie beoordeelt de waarde voor de stad, haar bewoners en de discipline als onvoldoende. Het New Rotterdam Jazz Orchestra werkt samen met verschillende instellingen en podia in Rotterdam, waarvan het merendeel binnen het culturele domein opereert en direct verband houdt met de concertpraktijk. Uit de aanvraag blijkt dat de organisatie open staat voor samenwerking met andere domeinen, maar op structurele basis is daarvan nog geen sprake. De langjarige samenwerking met het Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam in het project Ieder Kind een Instrument vormt een uitzondering. De commissie waardeert de bijdrage van het New Rotterdam Jazz Orchestra aan de muzikale ontwikkeling van jonge kinderen.
De projecten die het New Rotterdam Jazz Orchestra voorstelt leiden voornamelijk tot concertante uitvoeringen, in sommige gevallen met theatrale aspecten en mogelijk interessante cross overs. Dat laatste kan volgens de commissie nieuw licht werpen op jazz, maar is niet per definitie innovatief. Innovatieve voorstellen die leiden tot vernieuwing binnen het jazzgenre, versterking van de sector of aankaarten van maatschappelijke en grootstedelijke vraagstukken worden niet beschreven.
Ten aanzien van inclusie bevat de aanvraag slechts enkele aanknopingspunten. Zo biedt het project Metro Walhalla kansen een breder publiek te bereiken maar concrete plannen moeten nog worden ontwikkeld. De aanvrager noemt de samenwerking met solisten van diverse achtergronden als voorbeeld van inclusie en diversiteit. Uit het plan valt echter niet op te maken of hier sprake is van doelbewust beleid dan wel dat dergelijke samenwerkingen inherent zijn aan de jazzscene. Een diverser publiek wordt overwegend bereikt via de samenwerkingspartners en de doelgroep licht ontbreekt geheel in het plan. Het voornemen meer vrouwen te betrekken in het orkest is nogal obligaat. De aanvraag mist in bredere zin een visie en concrete doelstellingen ten aanzien van inclusie van publiek, programma en de eigen organisatie.
Zakelijke kwaliteit
De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als onvoldoende. De reflectie ten aanzien van de Governance Code Cultuur is tamelijk summier. Onderwerpen als interne controle, zelfevaluatie en sociale veiligheid worden niet of nauwelijks besproken, en onduidelijk is hoe en of die worden gewaarborgd. Er is geen externe vertrouwenspersoon benoemd en de benoemingstermijn van het bestuur is onbepaald. De wens om een zakelijk leider aan te stellen, acht de commissie reëel en bovendien noodzakelijk om een betere bedrijfsvoering te garanderen. Helaas wordt niet duidelijk hoeveel uur daarvoor begroot is en wat diens exacte verantwoordelijkheden zijn. In één korte alinea komt de Fair Practice Code aan de orde. Daarin worden doelstellingen genoemd noch uitgewerkt. Kernwaarden als ontwikkeling, duurzame inzetbaarheid en transparante bedrijfsvoering komen niet aan de orde. Daarnaast beschrijft de aanvraag dat het principe van fair pay wordt toegepast, maar niet op basis van welke richtlijnen of cao’s. De commissie stelt dat er onvoldoende sprake is van kritische zelfreflectie en een gedragen visie op de codes. Zij vindt de aanvraag op dit vlak onder de maat.
New Rotterdam Jazz Orchestra wil de komende jaren z’n activiteiten uitbreiden en nieuwe samenwerkingen aangaan. Daardoor neem het aantal producties en presentaties fors toe. De financiële basis daarvoor is een nagenoeg verdubbeling van de baten, voornamelijk door een stijging van subsidies. Tegelijkertijd dalen de eigen inkomsten. Dat is opmerkelijk want bij een toename van activiteiten en samenwerkingen mag groei van eigen inkomsten worden verwacht. Een adequate toelichting hierop ontbreekt. Die ontbreekt ook voor de ongespecificeerde kosten voor de zakelijk leider opgenomen onder activiteitenlasten. Er is volgens de commissie geen sprake van een overtuigende vertaling van het meerjarenbeleidsplan in de begroting.
De stichting is op basis van de begroting sterk afhankelijk van subsidie uit het Cultuurplan. Dat maakt de beoogde financieringsmix eenzijdig en de bedrijfsvoering kwetsbaar. Op basis van de tekortschietende uitwerking en toelichting van de begroting, en de kwetsbare financiële basis, is er onvoldoende vertrouwen in een gezonde toekomstige bedrijfsvoering