Advies: positief, buiten budget
Samenvatting van de aanvraag
“Met het hoofd aan, het hart open en onze handen uit de mouwen wil het Nieuwe Instituut komende periode werken aan een programma voor en met de stad. De grootstedelijke dynamiek van Rotterdam biedt een ideale context voor de manier waarop we als instituut werken: gericht op een buitenwereld, uiteenlopende stemmen met elkaar in gesprek brengen en leren door te doen. We worden daarbij gedreven door de dringende ecologische, ruimtelijke en sociale uitdagingen die de wereld, Nederland en ook Rotterdam bezighouden.
Vanuit ons mandaat om te experimenteren, grenzen te verleggen en nieuwe wegen in te slaan, willen we ons ook voor Rotterdam als inclusieve, duurzame en rechtvaardige stad inzetten. We werken hiervoor samen met andere partijen in de stad.
Vanuit de positie die we hebben als nationaal instituut voor architectuur, design en digitale cultuur, én vanuit onze ondersteunende rol aan deze sectoren zijn we een betrouwbare en inspirerende partner voor de stad en andere organisaties. Er is een solide basisfinanciering voor de organisatie, het gebouw, de personele inzet en programmering. Voor de specifieke Rotterdam programmering vragen we een bijdrage binnen het Cultuurplan. Dit bedrag komt geheel ten goede aan de Rotterdamse organisaties, collectieven, makers en ontwerpers met wie we samen het programma maken.
De Rotterdam programmering bestaat uit een aantal zaken.
- Stadsprogrammeur: Door een stadsprogrammeur aan te stellen creëren we synergie tussen de programmering van het instituut en organisaties en opgaven die in de stad spelen. De programmeur heeft dus naast een programmerende, ook een verbindende en coördinerende rol.
- Curriculum: in samenwerking met een groot aantal partners in de stad ontwikkelen we een lesprogramma dat onderbelichte kennis verbindt aan vraagstukken in de stad aan de hand van concrete casussen. Het programma is voor ontwerpers, ambtenaren en bewoners.
- New Store is een winkel, een onderzoek, een proeftuin en een platform in één, gericht op regeneratieve consumptie en producten, die we i.s.m. Rotterdamse partijen ontwikkelen.
- -1 is een laboratorium en een tentoonstellingsruimte tegelijk voor makers, denkers, deelnemers en publiek waar het ontwerp van digitale cultuur begrijpelijk en toegankelijk gemaakt wordt. Elk jaar nodigen we twee Rotterdamse ontwerpers uit als resident.
- Onder de noemer Platform Ontwerp Rotterdam programmeren we allerlei events door het jaar heen, met een focus op de Rotterdam Architectuur Maand. Daarnaast nodigen we internationale bezoekers uit, onder andere op het gebied van mode en architectuur, en organiseren we jaarlijks een Rotterdam Design Dinner.
- We verweven de stad Rotterdam in twee van onze tentoonstellingsreeksen. De eerste is gemaakt op basis van ons nieuwe collectieplatform met Rotterdams materiaal uit de Rijkscollectie voor Architectuur en Stedenbouw, de tweede wordt gemaakt met in Rotterdam werkzame ontwerpers wier werk het hyperlokale verbindt aan het internationale.
- Tot slot twee talentontwikkelingsprojecten: Youtdem i.s.m. Concrete Blossom en Notes waarin jongeren zich buigen over vraagstukken in hun directe omgeving; en Toekomstbouwers, gemaakt in co-creatie met vijf Rotterdamse basisscholen, ontwerpbureau Opperclaes, ontwerpcollectief STORE en een kinderpanel.”
Artistieke en inhoudelijke kwaliteit
De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als voldoende. Het Nieuwe Instituut heeft een sterke reputatie opgebouwd als een belangrijke speler op het gebied van architectuur, design en digitale cultuur in Nederland. De professionaliteit van het instituut ziet de commissie ook terug in de aanvraag. De strategische koers die de nieuwe directeur heeft ingezet sluit volgens de commissie goed aan bij de punten waar het Nieuwe Instituut aan moet werken. Ook het idee van een ‘stadsprogrammeur’ vindt de commissie goed. De specifieke Rotterdamse programmering en de bijbehorende activiteiten worden in de aanvraag echter slechts globaal beschreven. Ook is onduidelijk in hoeverre de op sociaal-maatschappelijke aspecten en community management gerichte activiteiten hun oorsprong in artistieke overtuiging vinden. Dat wordt ook niet duidelijk uit het eveneens beknopt beschreven profiel van de nog aan te trekken stadsprogrammeur.
De commissie vindt dat de aanvraag tekortschiet in een concrete en specifieke toelichting op hoe de stadsprogrammeur zal bijdragen aan het bereiken van (nieuwe) doelgroepen. Hoewel er soms doelgroepen worden genoemd in relatie tot activiteiten, ontbreekt het aan een gedegen uitwerking. De kwantitatieve doelstelling voor betalende bezoekers bijvoorbeeld geldt voor het instituut als geheel. Een toelichting op het beoogde publieksbereik met de nieuwe activiteiten ontbreekt. Beschrijvingen van doelgroepen als ‘ontwerpers en nieuwsgierige Rotterdammers die zelf iets willen doen’, zijn oppervlakkig en dragen niet bij aan de overtuigingskracht van de aanvraag.
Het feit dat de beoogde stadsprogrammeur nog niet in dienst is en dus niet heeft meegeschreven aan de aanvraag draagt niet bij aan de geloofwaardigheid van de intrinsieke motivatie van het Nieuwe Instituut om zich sterker in en voor Rotterdam in te willen zetten. Dat beeld wordt nog versterkt omdat het Nieuwe Instituut kennelijk nu pas de verbintenis met de stad wil intensiveren. Dat is des te opmerkelijker, omdat het Nieuwe Instituut zelf stelt een grote, wederkerige waarde in een nauwere verweving te zien. Voor het instituut zit die meerwaarde in ‘het ontsluiten van Rotterdam als bron van kennis, ideeën en verhalen’, voor de stad in het ‘unieke karakter van het Nieuwe Instituut’. Ook de uitwerking van de plannen is summier. Voor de hand liggende samenwerkingspartners zoals IABR worden slechts aangestipt. Beoogde samenwerkingen met grassroots-partijen als Concrete Blossom zijn op zich positief, maar uit de aanvraag wordt niet duidelijk wat ieders rollen zijn en of de samenwerkingen gelijkwaardig en wederkerig zijn.
Waarde voor de stad, de bewoner en de discipline
De commissie beoordeelt de waarde voor de stad, haar bewoners en de discipline als zwak. De commissie onderkent dat interconnectiviteit een kernaspect is van de aanvraag. Kerntaak van de beoogde stadsprogrammeur wordt immers het leggen van verbindingen met de stad. Interconnectiviteit zit ook verweven in het DNA van het Nieuwe Instituut, met zijn sterke nationale en internationale netwerk en zijn streven om stemmen te laten horen die anders niet gehoord zouden worden. Maar de aanvraag mist de noodzakelijke helderheid en diepgang om overtuigend aan te tonen dat het Nieuwe Instituut met de stadsprogrammeur substantiële impact zal hebben op de maatschappelijke thema’s die spelen binnen grootstedelijke vraagstukken, in het bijzonder in Rotterdam.
De commissie erkent het trackrecord van het Nieuwe Instituut op het gebied van innovatie. Ook deze specifiek op Rotterdam gerichte aanvraag bevat goede ideeën, maar het gebrek aan concretisering maakt het onmogelijk om te beoordelen hoe vernieuwend deze ideeën zullen zijn in de praktijk. Het concept van een stadsprogrammeur is niet innovatief, het is al eerder toegepast in verschillende contexten. Een stadsprogrammeur kan ongetwijfeld helpen om verbindingen met gemeenschappen te versterken, maar de commissie verwacht meer van het instituut als het gaat om vernieuwing en originaliteit. Activiteiten zoals de Hub voor digitale cultuur maken al deel uit van het beleid en de praktijk van het instituut en zijn daarom niet relevant voor het beoordelen van het innovatieve karakter van deze specifieke aanvraag.
Met de stadsprogrammeur zullen de toegankelijkheid en de bereikbaarheid van het Nieuwe Instituut naar verwachting iets verbeterd worden, mogelijk ook wat betreft het bereik van de doelgroep ‘licht’. Daarmee past de stadsprogrammeur in de wens van het Nieuwe Instituut om inclusiever en meer divers te worden, iets wat al zichtbaar is in het programma en partners. Toch blijft deze specifieke aanvraag ook op dit punt aan de oppervlakte.
Zakelijke kwaliteit
De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als voldoende. De commissie is kritisch over de summiere aandacht voor de codes in de aanvraag, zeker gezien de omvang van het Nieuwe Instituut en zijn status als BIS-instelling. Duurzame initiatieven zoals de ‘Nieuwe Tuin’ en het winkelconcept ‘New Store’ dat zich volledig richt op regeneratieve consumptie en ontwerp worden geprezen, maar zijn binnen deze aanvraag niet direct relevant. De aanvraag beschrijft maatregelen om de werkdruk te verminderen, bijvoorbeeld door beter projectmanagement en samenwerken. Ook vanuit dat perspectief zou het Nieuwe Instituut naar het oordeel van de commissie de in deze aanvraag beschreven plannen binnen het huidige beleid en dus ook met de huidige formatie moeten kunnen en willen uitvoeren.
Het Nieuwe Instituut vraagt binnen het Cultuurplan een bijdrage voor de specifiek Rotterdamse programmering. Het gevraagde budget wordt volledig ingezet voor samenwerkingsprogramma’s met Rotterdamse organisaties, collectieven, makers en ontwerpers. In verhouding tot de totale begroting is het gevraagde bedrag relatief bescheiden. De meerjarenbegroting laat een hoge kwaliteit van financiële bedrijfsvoering zien, met voldoende buffervermogen en een gezonde liquiditeitspositie. De kwaliteit van de begroting voor deze specifieke aanvraag kan echter niet worden beoordeeld, omdat deze niet afzonderlijk is gepresenteerd binnen de totale begroting.
Het Nieuwe Instituut verwacht ondanks een groei van het aantal bezoekers een daling van de eigen inkomsten. De organisatie is sterk afhankelijk van subsidies en deze afhankelijkheid zal naar verwachting in de toekomst verder toenemen. De financiële omvang van de voorliggende aanvraag vertegenwoordigt een dermate klein deel van de totale begroting, dat er nauwelijks invloed is op de financieringsmix. De commissie stelt vast dat het Nieuwe Instituut zich als geheel en in veel bredere zin zou moeten inspannen voor het vinden van cofinanciering uit andere bronnen dan (alleen) subsidies.
Geadviseerd bedrag
De commissie adviseert een subsidie van € 100.000, het niveau van eerder ontvangen projectsubsidies.